T2-Campus
In Europa wordt het steeds moeilijker om jongeren te overtuigen een technisch beroep te kiezen. Daarom is de ambitie van dit project het creëren van betere condities voor het technische onderwijs, waardoor jongeren en volwassenen meer gestimuleerd worden om een techniekopleiding te gaan volgen. In dit kader besloten Syntra en VDAB, twee Belgische professionals op het gebied van praktijkgerichte opleidingen om, samen met de stad Genk, een nieuwe opleidingscampus voor de regio Limburg te ontwikkelen. Dit centrum doet dienst als stimulator en zal tevens een nieuwe standaard zetten voor technische opleidingsinstituten in Vlaanderen en Europa.
De nieuwe T2-campus is een inspirerende en dynamische omgeving die ruimte voor theoretisch en praktisch onderwijs combineert met ruimtes voor recreatie, conferenties en tentoonstellingen. Het gebouw is vijf dagen in de week open van 07:00 tot 23:00 uur. De school is hierdoor niet alleen een klassiek opleidingsinstituut, maar fungeert gelijktijdig ook als een platform voor de hele technische sector en showcase van technologische innovaties. De opdrachtgevers hadden een compact gebouw voor ogen met korte afstanden dat zeer open en transparant moest zijn om zo maximale synergie tussen de verschillende departementen van het instituut te stimuleren. Tegelijkertijd moest het gebouw zeer flexibel zijn om te kunnen anticiperen op een, nog onbekende, toekomst. Het wedstrijdprogramma vroeg zodoende om een nieuw type opleidingsinstituut en stimuleerde hiermee een inspirerende zoektocht naar een nieuwe schooltypologie.
De nieuwe T2-campus is een inspirerende en dynamische omgeving die ruimten voor theoretisch en praktisch onderwijs combineert met ruimtes voor recreatie, conferenties en tentoonstellingen. Het gebouw is vijf dagen in de week open van 07:00 tot 23:00 uur. De school is hierdoor niet alleen een klassiek opleidingsinstituut, maar fungeert gelijktijdig ook als een platform voor de hele technische sector en showcase van technologische innovaties. De opdrachtgevers hadden een compact gebouw voor ogen met korte afstanden dat zeer open en transparant moest zijn om zo maximale synergie tussen de verschillende departementen van het instituut te stimuleren. Tegelijkertijd moest het gebouw zeer flexibel zijn om te kunnen anticiperen op een, nog onbekende, toekomst. Het wedstrijdprogramma vroeg zodoende om een nieuw type opleidingsinstituut en stimuleerde hiermee een inspirerende zoektocht naar een nieuwe schooltypologie.
Onderwijsfabriek in het bos
De school is gebouwd op de bosrijke business campus Thorpark op het terrein van de voormalige steenkoolmijn Waterschei in Genk. Het gebouw is georganiseerd als een grote, flexibele onderwijsfabriek van ca. 95m x 145m met een centraal atrium in het midden en een lesgebouw met klaslokalen op de bovenste verdiepingen. Vanwege de gekozen monumentale maatverhoudingen van de bouwelementen oogt de resulterende architectuur minder repetitief en vrij harmonisch. De school is in essentie een glazen gebouw dat een dialoog stimuleert tussen haar vrij diepe interieurs en het omgevende landschap. De witte stalen colonnade, die het complete volume omsluit, functioneert hierbij als formeel en technisch filter tussen landschap en gebouw.
Het gelijkvloers van het nieuwe huis heeft een gevel van structureel verlijmd glas gemaakt van jumboruiten van ca. 2,8m x 6,0m. Deze rusten op een sokkel van witte prefab betonnen elementen. De stalen colonnade is ca. 4m diep en wordt gedragen door 30 stalen kolommen die 7m hoog en 0,5m breed zijn. De balken tussen de kolommen overspannen standaard 14,4m of 17,5m, maar reiken op de hoeken tot 22m. De witte kleur is gekozen om een scherp contrast te creëren tussen de geometrische natuur van de architectuur en de zachte vormen en kleuren van de omgevende bomen en het parklandschap. De hoofdentree met een klein voorplein bevindt zich ter plaatse van de westgevel terwijl de secundaire binnenkomsthal en de laad- en loszone met grote overheaddeuren zich in de gevel aan de oostkant van het gebouw bevinden. Het gebouw is hierbij ontworpen als een groot paviljoen in het open landschap. Alle gevels en de colonnade zijn in hoofdlijnen overal hetzelfde om te voorkomen dat er visuele achterkanten ontstaan. Obstakels, hekwerken en nodige barrières zijn gereduceerd tot een absoluut minimum om de relatie tussen landschap en school zo vloeiend en zuiver mogelijk te houden.
Atrium als sociale activator
Het kernelement van het ontwerp is het centrale atrium in het midden van het gebouw. Bijna alle ontsluitingsgangen omvatten deze ruimte, die als sociale connector functioneert en de verschillende programma’s en klaslokalen met elkaar in verbinding brengt. Deze hal is 17,2m breed, 13,5m hoog en 72m lang en wordt verlicht door middel van bovenlichten, maar ontvangt ook licht indirect via de glazen wanden van de klaslokalen. Om een maximum aan daglichtreflectie te garanderen is het complete interieur wit geschilderd. Het atrium is hierbij opgedeeld in een flexibele en meer generieke tentoonstellings- en eventruimte met een grijze tegelvloer en het meer specifieke restaurant dat gelijktijdig ook als informele werkruimte voor studenten en docenten wordt gebruikt.
Het vloerniveau van het restaurant is 0,45m verlaagd ten opzichte van het niveau van het atrium waardoor de zichtlijnen over het restaurant open gehouden worden. Door de lange zitbanken langs de randen van het restaurant en de houten afwerking oogt deze ruimte meer intiem en nodigt uit tot langer verblijf. In het midden van het atrium zijn twee stalen watervaltrappen geplaatst die de gaanderijen op de verdiepingen met hun glazen borstwerkingen ontsluiten. Gerelateerd aan de trappen bevindt zich, per verdieping, een hangend plateau van ca. 12m x 11m die als recreatiezone voor de studenten is ingericht. De grote hal is voor de werking van het nieuwe instituut van niet te onderschatten belang. Het atrium is de plek waar mensen elkaar op een spontane manier kunnen ontmoeten. Deze meer informele ruimte helpt om menselijke interactie te stimuleren, de hal is een zone voor ontspanning en recreatie en bevordert de samenwerking tussen de verschillende afdelingen van het instituut. Tevens maakt de hal het mogelijk dat de bezoekers de complexiteit van de organisatie van het opleidingsinstituut eenvoudig kunnen bevatten. Door de glazen ramen van de klaslokalen en de productiehallen is er duidelijk zicht op de activiteiten in deze ruimtes en kan men vanuit bijna iedere punt een blik werpen op het omgevende landschap, ondanks de diepte van meer dan 90 meter aan de korte kant van het gebouw.
Twee flexibele fabriekshallen
Op de begane grond bevinden zich aan beide kanten van het atrium twee grote, open fabriekshallen van ca.6,5m hoog. De kolommenafstand in de hallen bedraagt 14,4m x 8,9m om zoveel mogelijk flexibiliteit te waarborgen. Beide hallen zijn 26m x 140m lang en opgedeeld in buigzame wanden uit betonsteen. Alle nodige technieken worden via het plafond versleept om veel flexibiliteit en latere aanpassingen eenvoudig mogelijk te maken. De glazen gevel biedt fantastisch uitzicht op het omgevende parklandschap en laat het groen van de bomen onderdeel uitmaken van de werkomgeving. De colonnade rond het gebouw functioneert hierbij als vaste zonwering en als externe leverzone voor vorkheftrucks.
De fabriekshallen worden gebruikt voor verschillende opleidingsprogramma’s zoals labs voor elektrotechniek, verwarmingstechniek, bouwtechnologie en 3D printing. In de hallen bevindt zich ook een flexibele conferentieruimte evenals een technologie belevingsruimte voor kinderen..
Open klaslokalen en landschapskantoren
Alle klaslokalen en kantoren zijn gebaseerd op een structureel stramien van 7,2m en voorzien van flexibele scheidingswanden en gedeeltelijk mobiele wanden om de lokalen eenvoudig aan elkaar te kunnen koppelen. De grote panoramaramen bieden een inspirerend uitzicht op de groene omgeving, de gerestaureerde historische mijngebouwen en de grote begroeide afvalbergen van de mijn. Een kleinere pergola met een diepte van 2m - die voor de gevel langs loopt - werkt als vaste zonwering en onderhoudszone. Alle klaslokalen zijn voorzien van bijna volledige beglazing aan de kant van het atrium. Hierdoor wordt het open karakter van het instituut onderstreept. Activiteiten in de lokalen zijn goed zichtbaar waardoor ook weer de samenwerking tussen verschillende groepen wordt stimuleert. Ook krijgen de klaslokalen aanvullend daglicht via het atrium. Door de glazen lokalen ontstaan zichtlijnen dwars door het hele gebouw en heeft men ook vanuit het atrium een panoramisch uitzicht op het landschap.
Maximale prefabricatie
Het gebouw is onder een grote tijdsdruk tot stand gekomen en in minder dan 36 maanden van voorlopig ontwerp tot opening gerealiseerd. Om dat mogelijk te maken is tijdens het ontwerpproces van begin af aan met een zeer flexibel constructief raster gewerkt om nodige aanpassingen aan het programma zowel tijdens de ontwerpfase, als tijdens de uitvoering mogelijk te kunnen maken. Alle technische installaties zijn bewust gescheiden van de bouwstructuur en doorgaans aan de plafonds gefixeerd om veel flexibiliteit, zowel gedurende de bouw als tijdens gebruik aan te bieden. Het atrium wordt geventileerd, verwarmd en gekoeld door middel van het innovatieve BaOpt klimaatsysteem. Slechts twee verticale schachten ter plaatse van de trappenhuizen verzorgen de volledige klimatisering van deze zeer grote ruimte.
Om de brandveiligheid te kunnen garanderen zijn het atrium, de klaslokalen en de glazen gevel van de fabriekshallen voorzien van een sprinklerinstallatie. Om het 24.100m2 grote gebouw binnen het opgegeven tijdskader te kunnen bouwen zijn ca. 85% van alle bouwdelen als prefab elementen ontworpen. Dit gegeven was niet alleen gunstig voor de bouwsnelheid maar had ook gevolgen voor de bouwkosten. Door de grote afname van identieke elementen waren de eenheidsprijzen per onderdeel duidelijk lager dan bij een conventioneel ontworpen project.
De hoofdstructuur bestaat uit ca. 675 prefab kolommen en balken. De meeste dragende elementen zijn van beton, alleen de 26m lange balken in de fabriekshallen bestaan uit staal en zijn voorzien van grote doorvoeren voor installaties. Deze balken zijn vervolgens gestort in beton om de brandstabiliteit te kunnen garanderen. Het gebouw is uiteindelijk voor een zeer lage bouwsom van € 1100 /m2 of € 205/m3 gerealiseerd.
Oplevering | 2018 |
Projectteam | André Kempe, Oliver Thill, Saskia Hermanek, Jan-Gerrit Wessels, Jeroen de Waal, Valerie van de Velde, Philip Haak, Rick Hospes, Martins Duselis, Anja Müller, David van Eck, Kento Tanabe |
Opdrachtgever | CVBA T2 |
Constructeur | Ney and Partners, Brussels (B) |
Adviseur installaties | Studie10, Lier (B) |
Bouwkunding aannemer | THV Houben - Strabag |
Fotograaf | Ulrich Schwarz |